De geur van vers gesneden groenten, gelach klinkt door de ruimte en er hangt een gezellige sfeer. Elke maandag is het vaste prik: de kookclub van het Ariënshuis komt bijeen. "Mensen eten beter omdat ze samen eten," vertelt Ivonne, activiteitenbegeleider op het Ariënshuis. Al meer dan zeven jaar komt een groep bewoners hier samen om te koken en te genieten van een maaltijd. Ivonne organiseert dit iedere maandag met hulp van vrijwilliger Truus (76 jaar). Lachend zegt Truus: "Als Ivonne stopt, stop ik ook."
Zoals altijd komen ook deze maandagochtend de cliënten een voor een binnen. Sommigen van hen zijn door hun leeftijd lichamelijk wat beperkt geraakt en bij een deel van hen werkt ook het geheugen steeds wat minder goed, Maar daar laten zij zich niet door tegenhouden! In de sfeervolle ruimte staat de koffie klaar en het geroezemoes begint al bij de eerste koekjes. Rond tien uur zijn alle deelnemers verzameld. “Ik begon zeven jaar geleden met maar twaalf mensen, en nu zijn het er tweeëntwintig!” vertelt Ivonne enthousiast. Truus plaagt haar met een knipoog: “Eerst smaakte de soep van Ivonne vreselijk, maar nu is het superlekker.”
In de kookclub heeft iedereen een taak en dat geeft de bewoners een goed gevoel van eigenwaarde. Jannie, 95 jaar en altijd vrolijk aanwezig, snijdt geconcentreerd de wortels. “Natuurlijk vind ik het gezellig hier, anders zat ik niet elke week aan die tafel,” lacht ze. Ria (80) voegt eraan toe: “Door de kookclub eet ik weer samen. Dat is zóveel gezelliger dan alleen aan tafel zitten.”
Terwijl Truus geduldig in een grote pan soep roert, vertelt ze hoe ze ooit bij de kookclub terechtkwam. “Ik werk al vanaf mijn zeventiende in de zorg. Nu ik met pensioen ben, vind ik het heerlijk om hier wat te doen. Het is geen verplichting; dit is mijn ontspanning. Ik ben onder de mensen en draag mijn steentje bij.” Ze kijkt even in de pan en vervolgt met een glimlach: “We maken elke week groentesoep en een maaltijd. De groentesoep móet erbij, want iedereen moet wat te snijden hebben. Een goedgevulde soep werkt altijd. Vandaag hebben we boerenkoolstamppot en andijviestamppot en volgende week staat bami op het menu.”
Precies om twaalf uur wordt de soep geserveerd. De kommen worden met zorg uitgedeeld, en de bewoners schuiven samen aan tafel. De eerste lepels soep worden geproefd, gevolgd door tevreden geluiden. Het samenzijn aan tafel doet iets bijzonders. Het is niet alleen de smaak van het eten die telt, maar vooral het delen van het moment.
Ivonne ziet hoe bewoners elkaar helpen. “Soms loopt iemand van het verpleeghuis naar de deur en dan haalt een ander hem rustig terug. Dat soort kleine gebaren, dat wederzijds respect… dat is gewoon mooi om te zien.”
De kookclub is meer dan alleen koken. Het is een plek waar verhalen worden gedeeld, waar gelachen wordt om oude herinneringen en waar vriendschappen ontstaan. Terwijl de geur van stamppot zich verspreidt vat Ivonne het treffend samen: “De gezelligheid, het samen koken en de geur die hier hangt; het doet iets met de eetlust van onze bewoners. Samen eten doet eten. En samen maakt alles een beetje mooier.”