ActiZ - Leidinggeven aan de digitale transformatie
Digitalisering = meer dan een tech-speeltje
Hoge werkdruk, verzuim en een steeds zwaardere zorgvraag. Zorgorganisaties hebben op het moment veel op hun bordje. En dan is er ook nog een digitale transformatie gaande. Maar gelukkig biedt deze transformatie veel kansen én kan het zelfs ondersteunen bij eerdergenoemde uitdagingen. Daarom zoeken steeds meer zorgorganisaties de digitale samenwerking op. Zo ook Rick Hogenboom (bestuurder bij de Posten) en Heidi Pot-Witbreuk (bestuurder bij Liberein): samen zijn zij partner bij de Technologie en Zorg Academie (TZA): een samenwerkingsnetwerk om zorgtechnologie te bevorderen. ‘De TZA helpt ons de technologische transformatie te versnellen.’
Digitale transformatie is noodzakelijk om de zorg op de lange termijn duurzaam te organiseren. Maar in de praktijk staat niet iedereen te springen. Hoe geef je daar als bestuurder een draai aan? Rick Hogenboom: ‘Wanneer ik denk aan digitale transformatie, denk ik aan schaarste en mogelijkheden. Schaarste klinkt negatief, maar het geeft ook veel mogelijkheden.’ Volgens Hogenboom begint transformatie bij het feit dat je tegen je organisatie zegt: ‘We gaan proberen te zorgen dat er voldoende medewerkers zijn, maar we sluiten zeker onze ogen niet voor de mogelijkheden die technologie biedt.’
Heidi Pot-Witbreuk vult daarop aan: ‘Toen ik twee jaar geleden in de ouderenzorg kwam, zag ik dat er met veel enthousiasme op allerlei plekken domotica was geïntroduceerd in bestaande processen, zonder eerst te kijken naar wat technologie echt kan betekenen voor cliënten en medewerkers. Technologie gaat verder dan de inzet van een ‘tech-speeltje’, maar vraagt om anders kijken. Daarom zijn we bij Liberein de afgelopen twee jaar bezig geweest met een meerjarenvisie. Waar willen we met onze organisatie naartoe, en wat betekent dat voor de inzet van zorgtechnologie?’ Eén ding staat vast; digitalisering is een integraal onderdeel.’
Daarnaast vindt Pot-Witbreuk het erg belangrijk dat je als bestuurder de impact van technologie echt begrijpt. ‘Ik loop regelmatig een dienst mee om te snappen hoe technologie in de praktijk werkt. Waar loop je als zorgprofessional tegenaan? Ik vind het van belang dat ik iedereen van de organisatie bij de digitale transformatie betrek. Ik probeer hierin helderheid te geven en blijf telkens opnieuw uitleggen waar we naartoe willen gaan. En wat mensen hier zelf in kunnen bijdragen. Je wilt namelijk niemand iets opleggen, digitalisering moet iets eigen worden en professionals weten zelf vaak heel goed wat helpt in de dagelijkse praktijk.’
's Nachts langs de kamer
Bij beiden is digitalisering dus ‘top of mind’. Maar hoe digitaal is hun eigen organisatie eigenlijk? ‘Op sommige vlakken is de Posten heel digitaal, maar we zijn er zeker nog niet. We zijn heel erg bezig met digitale vaardigheden. Maar ik merk ook dat sommige medewerkers de overstap naar digitaal vertrouwen best ingewikkeld vinden. We zijn daarom met proeftuinen begonnen om de zeggenschap van de medewerkers te vergroten. In een proeftuin ga je met een kleine groep medewerkers in gesprek over actuele onderwerpen. In de
proeftuin moet men vragen beantwoorden, zoals: wat zou volgens jullie -of met behulp van technologie- anders kunnen?’
Regelmatig komen er mooie dingen uit de proeftuin. Maar soms kan het ook teleurstellend zijn. ‘Dan zegt bijvoorbeeld een zorgmedewerker dat zij toch het liefst elke nachtdienst
alle kamers doorloopt om zelf te zien of de cliënt slaapt’, aldus Hogenboom. ‘Anderen zeggen juist: ik vertrouw blind op de tablet en krijg wel iets binnen als er iets aan de hand is.
Het kan prima met een nachtdienst minder. Deze discussies proberen we heel nadrukkelijk intern te bevorderen, omdat medewerkers elkaar makkelijker kunnen overtuigen dan wij als
leidinggevende.’
Technologie & Zorg Academie
De TZA is een coöperatieve vereniging van zorgondernemers, overheid en onderwijs. De TZA biedt (zorg) professionals, producenten en studenten een platform rond innovaties in de zorg, gericht op behoud van zelfstandigheid en zelfredzaamheid in de thuissituatie. De TZA is actief in het noorden van het land. ‘Vanuit de Posten zien we ons als een te kleine organisatie om het allemaal zelf te regelen. Daarbij geloof ik dat je op technologisch vlak zoveel mogelijk een gezamenlijke route moet lopen’, aldus Hogenboom.
‘Ik vond het zelf een belangrijke voorwaarde om bij de TZA te gaan, omdat het niet alleen gaat om een of andere gadget, maar over brede thema’s die iedere zorgorganisatie herkent. Eén van de thema’s is bijvoorbeeld het behouden van eigen regie in huis en in de wijk. Dan onderzoeken we met elkaar welke technologische innovatie ons hierin het beste kan ondersteunen. Dus stel je voor; iemand meldt zich bij de Posten met een zorgvraag. Gaan we dan gelijk zorg leveren? Nee, we gaan eerst kijken hoe technologie hierin kan helpen, voordat we daar gelijk over de vloer komen.’
Snel, sneller, snelst
Liberein ziet zeker de noodzaak van de digitale transformatie. Maar Heidi Pot-Witbreuk wil ook benadrukken dat het een maatschappelijke uitdaging is. Begrippen zoals ‘langer thuis’ of ‘eerst eigen netwerk en dan pas de zorg’, zijn nog geen gedragen gedachtegoed in Nederland. En dat heb je wel nodig, want het gaat om een heel ander proces waarin je met elkaar zorg gaat verlenen. Iedereen is daarvoor nodig, ook de cliënt zelf en zijn/haar netwerk. ‘De cliënt die nog thuis woont (met wijkverpleging)is gewend aan een systeem waarin je bij een zorgvraag wordt geholpen door een zorgverlener. Nu gaan we eerst kijken wat iemand zelf nog kan, of we gebruik kunnen maken van technologie, ondersteuning van het eigen netwerk en pas daarna welke zorgbehoefte er nog is.’
‘Nederland is er heel sterk in om alles aan de markt over te geven’ vult Hogenboom aan. ‘Er zijn 6 commerciële partijen die iets uitvinden en lanceren. En vervolgens mogen zorgaanbieders daaruit kiezen. Op sommige onderdelen mag je als overheid echt wel dominanter zijn, door bijvoorbeeld wet- en regelgeving makkelijker te maken. Nu val je over elkaar heen om het in de praktijk goed te regelen, omdat iedereen met verschillende programma’s werkt.’
Pot-Witbreuk vult aan: ‘We hebben geen tientallen verschillende subsidiepotjes nodig. Stop dat allemaal bij elkaar in één integraal tarief. En overheid, geef ons dat vertrouwen. Laat het maar aan ons over dat we het regionaal met elkaar oppakken.’
Schaarste als mogelijkheid
‘Wat je in de praktijk ziet gebeuren is dat de schaarste die er is, bijvoorbeeld minder personeel, op termijn zorgt voor mogelijkheden. Als het echt niet lukt met de collega’s die er zijn, zijn mensen welwillender om technologie in te zetten. Blijkbaar is er eerst een gevoel van urgentie nodig. Het gevoel van urgentie kan ook helpen om weerstand weg te nemen bij collega’s, aldus Hogenboom’.
Pot-Witbreuk legt uit: ‘Kijk met elkaar welke technologie wel of niet werkt en betrek ook cliënten en mantelzorgers hierbij. We zijn opgegroeid in een systeem waarin we altijd verantwoording afleggen. Kwaliteit en veiligheid; daar hangen we alles aan op. Dan voelt het voor mensen heel oncomfortabel om ’s nachts niet bij de cliënt te kijken. Kan dat allemaal wel? Is het dan wel veilig met een bedsensor? Dingen die we onszelf hebben aangeleerd vanuit het systeem. En cliënten en familie kijken er ook vaak op zo’n manier naar: dat we 24/7 naast hun vader of moeder zitten en dat er niks kan gebeuren. Dat is niet zo.’ Volgens de bestuurder van Liberein moeten we met elkaar het gesprek voeren over verwachtingen, kwaliteit van wonen en leven, en wat de zorg(organisatie) daarin kan betekenen.
‘Kijk met elkaar welke technologie wel of niet werkt en betrek ook cliënten en mantelzorgers hierbij.’
Combi van opleiding en praktijk
Terug naar de Technologie & Zorg Academie. Want hoe helpt zo’n samenwerkingspartij bij het versnellen van digitale transformatie? ‘Wat ik zo mooi vind aan de TZA, is dat we met
het onderwijs om tafel zitten’, legt Pot-Witbreuk uit. ‘Onze nieuwe medewerkers komen uit die schoolbanken en hebben de technologie voor een groot deel al geadopteerd. Implementatie van technologie versnelt, als we ook het onderwijs, de praktijk en het leren daartussen dichterbij brengen. Als je in je eigen ‘VVTbubbel’ blijft, schiet je niets op.’
Hogenboom: ‘De versnelling zit ‘m wat mij betreft in het feit dat je onderwijs en praktijkonderzoek dichter bij elkaar brengt vanuit verschillende disciplines. Ik zou het heel sterk vinden als je uiteindelijk al die kennis op landelijk niveau bij elkaar brengt, zonder de decentrale energie weg te halen. Want in de regio ligt je kracht. Als je dat kan versterken met landelijke inzichten (zoals praktijkervaring, data en onderzoek) is het win-win.’
Bron: ActiZ e-magazine 'Leidinggeven aan de digitale transformatie' | ActiZ